Vier modellen om naar armoede te kijken

Individueel schuldmodel

De persoon heeft zelf schuld aan zijn/haar armoede.

Er wordt niet gekeken naar de achtergrond van de mensen, dus in welke omstandigheden ze zijn opgegroeid.

In de volksmond heet het dat de arme lui is, zijn geld verkwist en weigert zich te gedragen zoals het moet.

Individueel ongevalmodel

De persoon is door een ongeval (ziekte, handicap, wegvallen van een kostwinner, …) in de armoede terecht gekomen.

Het is niet de schuld van de persoon zelf, maar van het ongeval.

Maatschappelijk ONGEVALMODEL

In dit model is armoede een gevolg van plotse veranderingen in de maatschappij.

Economische crisis: zodra deze voorbij is zal armoede verminderen.
Automatisering maakt bepaalde beroepen overbodig, hierdoor verlies je je werk, maar je kan er zelf niks aan doen.
Oorlogen, Corona, …

maatschappelijk schuldmodel

Armoede is niet het sociale probleem, maar wel de samenleving die armoede voortbrengt.

het is de schuld van de samenleving dat armoede blijft bestaan.
Het is noodzakelijk dat armoede bestaat omdat het werk dat zij doen anders niet gedaan wordt.
Het is vooral goed voor de beter bemiddelde mens onder ons, want zij moeten dat werk dan niet doen.

Ze gebruiken mensen in armoede ook om educatief aan te duiden dat mensen op het juiste pad moeten blijven.